Mijn eerste stelling over genesis 1 is dat het oude kosmologie is. Dat wil zeggen, de tekst probeert niet de wereld te beschrijven volgens onze moderne wetenschappelijke termen en het spreekt niet over moderne vraagstukken. De Israëlieten hebben dit niet gekregen om hun wetenschappelijke inzichten te bevorderen over de kosmos. Ze wisten niet dat sterren zonnen waren, de aarde rond was, dat de zon verder weg stond dan de maan, ze geloofde dat de lucht stevig genoeg was zodat de hemel erop kon rusten etc. (voor voorbeelden hiervan, zie Dennis Lamoureux, Evolutionaire Schepping, pp. 105-47). Het het was niet Gods doel om hun daarvan te corrigeren. Sommige christenen veronderstellen dat Genesis een soort moderne wetenschap bevat. Deze visie heet ook wel het "concordisme." Het streeft ernaar om moderne wetenschappelijke verklaringen te geven voor wat het vindt in de Schrift. Het probleem is, is dat we de kosmologie van de oudheid niet kunnen vertalen naar onze hedendaagse kosmologie, of beeld van het universum. Een ander probleem met het concordisme is dat het veronderstelt moet worden volgens hedendaagse wetenschap, daarmee correspondeert het dus geheel niet met de wetenschappelijk veronderstelling dat de afgelopen eeuwen. Nog niet te beginnen over het feit dat wetenschap fluïde is in wat het denkt dat waarheid is.
Er zijn een aantal culturele en misschien zelfs wetenschappelijk vragen om bij stil te staan om er achter te komen hoe mensen in de oudheid dachten. Hier een aantal vraagstukken die overwogen mogen worden:
- Wat is de mate van Gods betrokkenheid in deze wereld?
- Wat is Gods relatie tot het heelal? Is hij gemanifesteerd in het heelal? Bestuurt Hij het heelal van buitenaf?
- Is er überhaupt is zoals de 'natuurlijke' of 'materiële' wereld?
- Wat is het heelal? Een collectie van materiële objecten die werken op de basis van natuur wetten? Een koninkrijk? Een machine? Een bedrijf? Een thuis?
- Is genesis 1 een beschrijving van de productie van materie, alsin werd materie geschapen in genesis 1?
Dit zijn een aantal van de vragen die ik deze studie zal gaan beantwoorden. Voordat we verder gaan naar al mijn andere stelling rondom genesis 1 is er een issue die ik hier gelijk al wil adresseren. In de Oosterse oudheid was er niet een dichotomie (een tweedeling) tussen natuurlijk en bovennatuurlijk, het is een vrijwel recentelijke ontwikkeling dat wij die dichotomie hebben. In de oudheid was er niet zoiets als een goddelijke interventie, want dit verondersteld dat er gebeurtenissen buiten goddelijkheid om gingen waar die goddelijkheid in kon grijpen en iets kon doen. In de oudheid werd verondersteld dat niets kon gebeuren zonder een god. Bovennatuurlijk en natuurlijk was een en hetzelfde. Kijk bijvoorbeeld in genesis 1:24, daarin staat er: "Laat de aarde levende wezens naar hun soort voortbrengen" terwijl de conclusie daarop is: "En God maakte de wilde dieren van de aarde". Al deze vraagstukken zijn moderne vraagstukken, die zich in de oudheid niet voordeden. We mogen best wensen dat de bijbel moderne vraagstukken over wetenschap beantwoord, maar we mogen het absoluut niet impliceren op de tekst! We moeten Gods Woord nemen zoals het is en het daarbij laten.
Reactie plaatsen
Reacties