Mattheüs 24 deel 2: de rechtvaardiging van hoofstuk 24

Het is in dit hoofdstuk waar je de climax ziet van alles wat Jezus door het hele Evangelie heen heeft opgebouwd. Hij veroordeelt niet alleen de Schriftgeleerden en Farizeeën, maar spreekt ook over het komende oordeel over de hele generatie die Hem en Gods plan verwerpt.

 De weeën over de Farizeeën en Schriftgeleerden

Jezus spreekt acht "weeën" uit over de Farizeeën en Schriftgeleerden. Deze weeën laten zien hoe diep de zonde van deze religieuze leiders gaat. Het zijn geen willekeurige beschuldigingen, maar een directe aanklacht tegen hun hypocrisie en hun weigering om God werkelijk te gehoorzamen.

Mattheüs 23:13: "Wee u, Schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars! Want u sluit het Koninkrijk der hemelen voor de mensen; zelf gaat u er niet in, en hen die er willen ingaan, laat u niet toe." Ze blokkeren de toegang tot het Koninkrijk, zowel voor zichzelf als voor anderen.

Mattheüs 23:23-24: "Wee u, Schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars! Want u geeft tienden van munt, dille en komijn, maar u hebt de belangrijkste zaken van de wet verwaarloosd: recht, barmhartigheid en trouw." Ze zijn bezig met uiterlijke religieuze plichtplegingen, maar hebben geen oog voor waar het echt om gaat.

Mattheüs 23:27-28: Jezus noemt hen "gewitte graven": mooi van buiten, maar van binnen vol dood en verderf. Ze lijken rechtvaardig voor anderen, maar hun hart is ver van God.

Verantwoordelijk voor het doden van de profeten

Jezus legt uit dat deze leiders staan in de lijn van hun voorouders die Gods profeten hebben verworpen en gedood.

Mattheüs 23:31-32: Jezus zegt dat zij zichzelf schuldig maken door de werken van hun voorouders voort te zetten. "Maak de maat van uw vaderen dan maar vol," zegt Hij.

Mattheüs 23:34-36: Jezus kondigt aan dat "al het rechtvaardige bloed" dat door de geschiedenis heen is vergoten, van Abel tot Zacharia, zal komen over deze generatie. Dit bevestigt dat het oordeel niet langer uitgesteld wordt.

Het oordeel over Jeruzalem

Aan het einde van dit hoofdstuk spreekt Jezus een klaagzang uit over Jeruzalem. Dit is het hart van Jezus’ boodschap in dit hoofdstuk en het fundament voor Mattheüs 24.

Mattheüs 23:37: "Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en hen stenigt die naar haar toegezonden zijn! Hoe vaak heb Ik uw kinderen willen bijeenbrengen, zoals een hen haar kuikens bijeenbrengt onder haar vleugels; maar u hebt niet gewild." Jezus laat hier zien dat het probleem niet ligt bij een tekort aan genade van God, maar bij de voortdurende rebellie van Jeruzalem. Daarmee is ook het oordeel van God dus volledig rechtvaardig

Mattheüs 23:38: "Zie, uw huis wordt als een woestenij voor u achtergelaten." Jezus spreekt hier over de komende verwoesting van Jeruzalem en de tempel, die in Mattheüs 24 verder wordt uitgewerkt.

Mattheüs 23:39: "Want Ik zeg u: U zult Mij van nu aan niet zien, totdat u zegt: Gezegend is Hij Die komt in de Naam van de Heere!" Dit verwijst naar een toekomstige erkenning van Jezus als de ware Messias.

 

 

Zo sluiten we dit hoofdstuk af en gaan we de volgende echt beginnen aan Mattheüs 24. Ik ben benieuwd wat jij uit dit hoofdstuk hebt gehaald en hoe het je heeft aangesproken!

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.