En God zei: Laat de aarde levende wezens naar hun soort voortbrengen: vee, kruipende dieren en wilde dieren van de aarde, naar zijn soort! En het was zo. En God maakte de wilde dieren van de aarde naar hun soort, het vee naar hun soort, en alle kruipende dieren van de aardbodem naar hun soort. En God zag dat het goed was. En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen! En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. En God zegende hen en God zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen! En God zei: Zie Ik geef u al het zaaddragende gewas dat op heel de aarde is, en alle bomen waaraan zaaddragende boomvruchten zijn; dat zal u tot voedsel dienen. Maar aan al de dieren van de aarde, aan alle vogels in de lucht en aan al wat over de aarde kruipt, waarin leven is, heb Ik al het groene gewas tot voedsel gegeven. En het was zo. En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de zesde dag. (Genesis 1:24-31)
Na dag vijf de zeedieren en de vogels in de lucht waren geschapen, gaat het nu over de dieren van het land. De functie die hun gegeven wordt is om vruchtbaar en talrijk te worden. God zorgt ervoor dat de dieren wanneer ze zich vermenigvuldigen hun eigen soort voortbrengen. Het is hetzelfde wonder als met de planten en met de bomen. Nog een punt van aandacht is dat het vers "laat de aarde levende wezens voortbrengen" zeker niet materieel is. Dit is ook niet een beschrijving wat zogenaamd evolutie zou bewijzen vanuit de Schrift. Wat betekent het dan wel? De aarde en de landbodem zijn naar mijn inzicht niet wat de dieren produceerd of waar ze uit ontstaan, maar waar ze vandaan komen. Het gaat over de locatie van hun herkomst. Dit zou je kunnen vergelijken met een kind die vraagt waar hij of zij vandaan komt en je geeft als antwoord bijvoorbeeld van hun moeder of uit het ziekenhuis, in plaats van in detail bevruchting uit te leggen.
De mensheid
Het verschil wat we aantreffen bij de schepping van de mens in vergelijking tot de rest is dat de mens een functie heeft in relatie tot de anderen schepselen. Niet alleen tegenover de schepselen, maar ook tegenover God. Ze hebben ook een functie tegenover elkaar, want ze zijn immers mannelijk en vrouwelijk geschapen. Je zou kunnen beargumenteren dat Genesis 2 wel gaat over een schepping die materieel is, maar ik ben van mening dat het daar ook nog steeds functioneel gericht is. Ik zal er verder op ingaan als we bij hoofdstuk 2 komen.
Het meest functionele in dit gedeelte is dat mens geschapen is in het beeld van God. Ook dit is naar mijn inzicht niet materieel, omdat wij vanuit ons uiterlijk niet op God lijken. Buitenom alle implicaties en betekenissen die het kan hebben om in Gods beeld te zijn geschapen, gaat het in dit gedeelte over dat de mens een bepaalde rol heeft tegenover de rest van de schapping.
Ik ben benieuwd wat je ervan vondt!
Reactie plaatsen
Reacties