Mattheüs 24 deel 6: vers 15-22

Eerder sprak Jezus over dat "het einde is er nog niet". Nu gaan we kijken naar het stukje dat daadwerkelijk het einde introduceert.

 

De Grote verdrukking

Mattheüs 24:15 Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarover gesproken is door de profeet Daniël, zult zien staan op de heilige plaats – laat hij die het leest, daarop letten!

Deze gruwel dit hier beschreven leidt Jezus om te waarschuwen:

Mattheüs 24:16-20 laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen. Wie op het dak is, moet niet naar beneden gaan om iets uit zijn huis te halen, en wie op de akker is, moet niet terugkeren naar wat hij achterliet om zijn kleren te halen. Maar wee de zwangeren en de zogenden in die dagen! En bid dat uw vlucht niet zal plaatsvinden in de winter en ook niet op een sabbat.

De eerst vraag die wij ons zouden moeten afvragen is wat is de "gruwel van de verwoesting"?  In het oude testament is er een verband wanneer er over een gruwel gesproken wordt en valse aanbidding (Deut. 17:1; 7:25; 27:15). De gruwel van de verwoesting vind plaats op de "heilige plaats". Wat gezien de hele context over duidelijk over Jeruzalem en haar tempel gaat.

Interessant genoeg wanneer Josephus over de verwoesting van Jeruzalem gebruikt hij het woord eremothe (wat een specifiek woord voor verwoesting is die Jezus gebruikt in Matheüs 24,) Je kunt het nalezen in (J.W. 6:10:1 [435])

 

Lukas intertreteerd voor ons dit moeilijke vers in:

Lukas 21:20 Wanneer u zult zien dat Jeruzalem door legers omringd wordt, weet dan dat zijn verwoesting nabij is.
21. Laten dan wie in Judea zijn, vluchten naar de bergen en wie in het midden van Jeruzalem zijn, daaruit wegtrekken en wie op de velden zijn, er niet in gaan.

Het zou overduidelijk moeten zijn dat Lukas ook bevestigt dat dit gaat over de verwoesting van Jerusalem in de eerste eeuw.

Over de betekenis van dit vers vanuit Daniël ga ik voor nu niet verder op in.

 

De heilige plaats

Bij de "heilige plaats" denken sommigen alleen aan de tempel. Maar de referentie is breder het gaat zowel over de stad als de tempel. Hier zijn een paar argumenten waarom ik dit interpreteerd als niet allen de tempel, maar Jeruzalem als geheel.

1. Lukas geeft duidelijk weer dat het gaat over Jeruzalem die omringt wordt door legers. En Jeruzalem is in zichzelf een "heilige plaats" gezien het de hoofdstad is van het heilige land (Zach. 2:12).

2. De profetie roept op voor een vlucht vanuit heel Judea, niet alleen het gebied van de tempel. Daarom treurt Jezus ook al eerder over Jeruzalem (Matt. 23:37).

3. In de context van Daniël wordt er gesproken over de stad en het heiligdom die te gronde worden gericht (Dan. 9:26).

 

Heel Judea

Deze gruwelijke verwoesting heeft dus de focus op Jeruzalem, niet de gehele wereld zoals wij die kennen. het volgende zou je op moeten vallen: (1) het gaat hier over de heilige plaats (24:15), oftewel Jeruzalem. (2) Jezus waarschuwt de discipelen om te vluchten (24:16), als dit zou gaan over de hele wereld is vluchten een beetje onzinnig. (3) Hij waarschuwt allen "zij die in Judea zijn" om te vluchten, wat laat zijn dat dit iets heel lokaals is. (4) Jezus zegt dat wanneer ze vluchten ze gespaard zullen worden. Eusebius beschrijft dat Jezus' waarschuwing in vervulling gingen tijdens de Joodse opstand, toen christenen naar de bergen van Pella vluchtten (Eusebius, Kerkelijke geschiedenis 3.5.3).

 

Een preteristisch "probleem"

Mattheüs 24:21-22: "Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal."

Veel futuristen stellen dat dit vers fataal is voor enige interpretatie die ervan uitgaat dat dit al vervuld is. (David L. Turner, Matthew, 577, 57,8). Ik geef toe dat het taalgebruik lijkt te suggereren dat het een vervulling eist buiten de verwoesting van de tempel. Maar dat kan alleen maar als je de context verkeerd hebt en het taalgebruik van profetieën van het Oude Testament mist.

 

Het profetisch taalgebruik

Jezus gebruikt hier taalgebruik voor de verwoesting van Jeruzalem die doorklinkt vanuit het Oude Testament. Kijk maar bijvoorbeeld bij de tien plagen van Egypte: "Er zal een luid geschreeuw zijn in heel het land Egypte, zoals er nog nooit geweest is en zoals er ook nooit meer zijn zal" (Exodus 11:6). Is dit taalgebruik letterlijk bedoeld? Of kijk ook maar in Ezechiël 5:9: "Ik zal onder u doen wat Ik niet eerder gedaan heb en zoals Ik ook niet meer doen zal, vanwege al uw gruweldaden." En futuristen zeggen hier zelfs bij dat dit al gebeurd is in de tijd van de ballingschap ( Walvoord, Prophecy knowledge Handbook, 160. J. Dwight Pentecost, Thy Kingdom Come [Wheaton, III.: Victor, 1990]). Of kijk ook wat gezegd wordt over Hizkia in 2 Koningen 18:5:  "Hij vertrouwde op de HEERE, de God van Israël, zodat er na hem zijns gelijke niet was onder alle koningen van Juda, en ook niet onder hen die er vóór hem geweest waren." We weten dat dit niet letterlijk is bedoeld, want kijk maar wat er staat een paar hoofdstukken later over Josia in 2 Koningen 23:25: "Vóór hem was er geen koning aan hem gelijk, die zich met heel zijn hart, heel zijn ziel en met heel zijn kracht tot de HEERE bekeerd had, overeenkomstig de hele wet van Mozes; en na hem stond zijns gelijke niet op." Is dit allemaal letterlijk taalgebruik? Nee, het is een vorm van dramatische hyperbool, wat duidelijk ook hier het geval is.

Deze historische gebeurtenis is zo catastrofaal, dat Jezus waarschuwt: "En als die dagen niet ingekort werden, zou er geen vlees behouden worden; maar ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen ingekort worden" (Mattheüs 24:22).  Het gaat hier over een fysieke behoudenis, niet geestelijk (Mat. 8:25;14:30). Het woord "geen vlees" kan simpelweg betekenen 'niemand' betekenen, dus niemand in een bepaalde historische context (Luk: 3:6; Hand. 2:17).

 

Ik ben benieuwd wat je hiervan vond! laat vooral achter wat je allemaal ontdekt had!

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.