Mattheüs 24:4-14
Mattheüs 24:4-5: En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Pas op dat niemand u misleidt.
Want velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben de Christus; en zij zullen velen misleiden.
Jezus waarschuwt hier specifiek voor het niet volgen van mensen die zeggen de Messias te zijn. Dit was in het bijzonder zo in de eerste eeuw n.C., want in deze periode verwachtten de meeste Joden de komst van de Messias. Ze hadden valse verwachtingen van de Messias, dat zie je onder andere in vele opmerkingen van de discipelen.
Mattheüs 24:6-7a: U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; pas op, word niet verschrikt, want al die dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde. Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, ,en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen.
Dit is zo’n vers dat je altijd maar voorbij hoort komen in preken die beweren dat Jezus bijna terugkomt. Want kijk maar hoeveel oorlogen er vandaag de dag zijn. Het is waar, dat er vandaag de dag veel oorlogen zijn. Maar met dat soort uitspraken faal je erin om dit te plaatsen in de juiste context. In de tijd van Jezus waren er geen tot weining oorlogen, want ze leefden in de Pax Romana, de succesvolle tweehonderdjarige Romeinse vrede. Dit is het enige moment in de geschiedenis dat een profetie over oorlogen en geruchten van oorlogen bijzonder is.
Jezus gaat verder met de tekenen in vers 7: en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen.
Die hongersnoden zijn ook in de eerste eeuw N.C. Het staat zelf in Handelingen beschreven dat het gebeurd is.
Handelingen 11:28: En een van hen, van wie de naam Agabus was, stond op en gaf door de Geest te kennen dat er een grote hongersnood zou zijn over heel de wereld, die ook gekomen is onder keizer Claudius.
De bijbel bevestigt zichzelf hier. Ook is in het boek Joodse Oorlogen van de historicus Josephus de hongersnood in Jeruzalem beschreven. Waarin een moeder haar zoon opeet en dergelijke dingen. Wat duidelijk een verbondsvloek is (Deut. 28:55-57).
Jezus sprak ook over aardbevingen.Er zijn volgens verschillende bronnen aardbevingen in, Kreta, Rome, Apamea, Laodicea en op nog wel meer plekken (volgens Tacitus en Seneca).
Mattheüs 24:8: Maar al die dingen zijn nog maar een begin van de weeën.
De beeldspraak van geboortepijn en weeën wordt in het Oude Testament op verschillende plekken gebruikt voor Gods oordeel over een volk (Jes. 13:8; Jer. 6:24; 22:23; Micha 4:9-10). Jezus spreekt ook in Johannes 16:21: Wanneer een vrouw baart, heeft zij droefheid, omdat haar tijd gekomen is, maar wanneer zij het kind gebaard heeft, denkt zij niet meer aan de benauwdheid, vanwege de blijdschap dat een mens ter wereld gekomen is.
Ondanks de weeën is de toekomst hoopvol. Het Evangelie zal overwinnend de wereld rond gaan. Terwijl het Oude Jeruzalem en de tempeldienst eindigen, zal het Nieuwe Jeruzalem en de nieuwe Tempel echt beginnen.
Mattheüs 24:9-10 Dan zullen zij u overleveren aan verdrukking en u doden, en u zult door alle volken gehaat worden omwille van Mijn Naam. En dan zullen er velen struikelen en zij zullen elkaar overleveren en elkaar haten.
De discipelen kunnen vervolging verwachten. Deze vervulling is onder andere te zien in de haat van Joden in Handelingen (4:3;5:18-33; 6:12). Na de eerste haat van Joden tegenover christenen komt de haat van “alle volken,” de Romeinse aanval voorafgaand aan de verwoesting van de tempel. De Romeinse historicus Tacitus spreekt over christenen in de tijd van Nero als wereldwijd gehaat “voor hun misdaden” (Tacitus, ann 15:44). Het gevolg van deze haat is dat velen zullen struikelen en elkaar zullen overleveren en haten. Velen die dus voorheen Christus beleden hebben, zullen christenen overleveren en haten. Dit is beschreven bij onder andere Paulus (2 Tim. 1:15; 4:16), Johannes (1 Joh. 2:19) en Hebreeën (2:1-4; 6:1-6; 10:26-31). Tacitus zinspeelt op de afvalligheid gedurende de vervolging van Nero. (Tacitus, Ann, 15).
Het idee van struikelen hier geeft niet een tijdelijke val weer. Het gaat hier echt over van het geloof weggaan, een afvallige worden. Het woord voor struikelen is skandalizomai. Het woord komt op andere plekken in Mattheüs voor. Het gaat dan telkens over een absolute afwijzing van de waarheid. (Matt: 5:29-30; 13:21; 18:6-9).
Mattheüs 24:11-13 En er zullen veel valse profeten opstaan en die zullen er velen misleiden.
En doordat de wetteloosheid zal toenemen, zal de liefde van velen verkillen. Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.
“Valse profeten” waren ook een groot probleem in de eerste eeuw (Hand. 13:6). Petrus, Paulus en Johannes waarschuwen hier ook voor (Hand. 20:24; Rom.; 16:17; 2 Petr.; 2:1).
Ook Josephus beschrijf dat er valse profeten opstonden onder de Joden. (J.W. 6:5:2 [285-87]).
Mattheüs 24:14 En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen.
Veel vinden het onmogelijk te begrijpen dat er een vervulling hiervan kan zijn in de eerste eeuw. Veel mensen zeggen: “Er staat toch de hele wereld en alle volken?" "Hoe kun je dan zeggen dat dit al voor de verwoesting van de tempel is gebeurd?” Ik zal hier twee argumenten uiteenzetten waardoor je zult inzien dat het toch wat anders ligt:
- De betekenis van de term. Het woord voor “wereld” hier is het griekse woord oikoumene, dit is de enigste plek waar het voorkomt in Mattheüs. In het Nieuwe Testament wordt dit woord onder andere gebruikt om te verwijzen naar het Romeinse Rijk:
Lukas 2:1 En het geschiedde in die dagen dat er een gebod uitging van keizer Augustus dat heel de wereld ingeschreven moest worden.
Handelingen 11:28 En een van hen, van wie de naam Agabus was, stond op en gaf door de Geest te kennen dat er een grote hongersnood zou zijn over heel de wereld, die ook gekomen is onder keizer Claudius.
Het is overduidelijk dat deze verzen verwijzen naar het Romeinse Rijk. Niemand gelooft werkelijk dat keizer Augustus de intentie had om iedereen op de hele planeet te registreren, zelfs niet als er staat: “heel de wereld”. Onze westerse, individualistische manier van denken laat ons veronderstellen dat deze woorden dezelfde betekenis hadden als onze huidige, mondiale interpretatie. Dat is echter een anachronistische aanname.
Of zo ook enig iemand denken dat er over de hele planeet een hongersnood was? Toch staan hier dezelfde woorden holos (hele) oikoumene (wereld).
- Wat wordt er dan bedoeld met het aanvullende gedeelte “voor alle volken”?
Het is een belangrijke toevoeging die Jezus maakt. Hij versterkt de focus op de prediking van het Evangelie aan “de hele wereld” en aan “alle volken.” Daarvoor was de opdracht van Jezus om alleen in het land Israël en alleen aan Joden te prediken (Matt. 10:5; 15:24). Dit wordt later nog duidelijker in de opdracht om heen te gaan om discipelen te maken van alle volken (Matt 28: 18-20).
Het woord voor “volken” is ethnos. Dit betekent “een groep mensen verbonden door bloedverwantschap, cultuur en traditie” of “een groep mensen die vreemd (buitenlands) is voor een andere mensen groep”. Het woord wordt dus ook vertaalt als heiden.
Mattheüs 10:5 Deze twaalf zond Jezus uit en Hij gebood hun: U zult u niet op weg begeven naar de heidenen (ethnos) en u zult geen enkele stad van de Samaritanen binnengaan,
Dus in andere woorden, door deze aanvullende zin wordt het simpelweg in vers 14: “Mijn Evangelie zal gepredikt worden aan groepen mensen voorbij(buiten) de Joden voordat het einde er zal zijn”.
Kunnen we dan ook aantonen dat in de eerste eeuw het Evangelie gepredikt is over de hele wereld aan alle volken? De bijbel geeft zelf al het antwoord. Tijdens pinksteren wordt over de groep tegen wie Petrus preekt dit gezegd:
Handelingen 2:5 Nu woonden er Joden in Jeruzalem, godvrezende mannen uit alle volken die er onder de hemel zijn.
Waren er echt mensen vanuit alle volken onder de hemel? Nee, er waren geen mensen uit elk land of werelddeel. Toch staat het er beschreven. Het gaat er in elk geval over dat de hoeveelheid etniciteiten groot was. Daarmee voldoet het aan de profetie die Jezus hier in Mattheüs 24:14 doet.
In Romeinen zegt Paulus dat er al over de hele wereld gepredikt wordt:
Romeinen 10:18 Maar ik zeg: Hebben zij het dan echt niet gehoord? Zeker wel: Hun geluid is over heel de aarde uitgegaan, en hun woorden tot de einden van de wereld (oikoumene).
Paulus zegt dus dat rond 55 AD dat het Evangelie al gepredikt wordt tot de einden van de wereld. Vervult dit niet de profetie van Jezus?
Ik ben heel benieuwd wat je van deze inzichten vond en of het je aan het denken heeft gezet. Laat het gerust weten!
Reactie plaatsen
Reacties