Mattheüs 24 deel 8: vers 29-31

Het universum valt uiteen

Mattheüs 24:29 En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden.

De meeste gaan ervaan sinds dat Jezus en vers 27 en 28 heeft gesproken over Zijn wederkomst, Hij nu ook verder gaat daarover. Dat denk ik niet, waar zou 'de verdrukking van die dagen' naar verwijzen? Hij pakt duidelijk weer terug op de verwoesing van de verwoesting van de tempel waar Hij eerder over sprak.

Wanneer je de profeten in het Oude Testament leest gebruiken zij een vorm van taal gebruik wat apocalyptisch genoemd wordt. Het wilt simpel weg zeggen dat het een overdreven taalgebruik is, met termen die lijken te spreken op het einde van de aarde. Kijk maar bijvoorbeeld in:

Ezechiël 32:2 Mensenkind, hef een klaaglied aan over de farao, de koning van Egypte, en zeg tegen hem:

U leek onder de heidenvolken op een jonge leeuw;
en u was als een zeemonster in de zeeën,
u barstte los in uw rivieren,
bracht het water met uw voeten in beroering
en maakte hun rivieren troebel.

Ik zal de hemel bedekken wanneer Ik u uitblus,
zijn sterren zal Ik in het zwart hullen.
Ik zal de zon met wolken bedekken,
en de maan zal zijn licht niet laten schijnen.
Alle lichten die aan de hemel stralen,
zal Ik omwille van u in het zwart hullen.
Ik zal duisternis over uw land brengen,:29
spreekt de Heere HEERE.

Jesaja spreekt ook in dit taalgebruik:

Jesaja 13:10,13 Ja, de sterren aan de hemel en hun sterrenbeelden
zullen hun licht niet laten schijnen,
de zon zal verduisterd worden wanneer zij opkomt,
en de maan zal haar licht niet laten schijnen.
Daarom zal Ik de hemel doen sidderen,
en de aarde zal lostrillen van haar plaats
om de verbolgenheid van de HEERE van de legermachten,
en om de dag van Zijn brandende toorn.

Er zijn heel veel voorbeelden in het Oude Testament van dit soort taalgebruik. Het is daar allemaal niet letterlijk, in Jesaja 13 gaat het er gewoon simpel over dat de glorie van Babel vergaat. Dit is naar mijn inzicht ook het geval in Mattheus 24:29. Het is het einde voor degene die God oordeelt, in dit geval Israël.

 

Het teken aan de hemel
Mattheüs 24:30. En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid.

Dit is duidelijk een beeldspraak naar Daniël 7:13-14: 

Ik keek toe in de nachtvisioenen,
en zie, er kwam met de wolken van de hemel Iemand
als een Mensenzoon.
Hij kwam tot de Oude van dagen
en men deed Hem voor Zijn aangezicht naderbij komen.
Hem werd gegeven heerschappij, eer en koningschap,
en alle volken, natiën en talen moesten Hem vereren.
Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die Hem niet ontnomen zal worden,
en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan.

Veel christenen nemen het voor waar dat dit gaat over Jezus Zijn parousia. Het woord parousia wordt hier niet eens gebruikt. Er wordt het woord erchomenos gebruikt. Het gaat dus ook niet over de discipelen hun vraag over de parousia, maar nog steeds over de verwoesting. Ik zal bij Mattheüs 10:23 verder ingaan een andere op de diepgang van deze verwijzing. Maar het behoort tot een groep van drie allusies (16:28; 24:30; 26:64). Al deze drie verzen spreken over een komst van de Zoon des mensen, die komt met kracht en heerlijkheid en die zal plaatsvinden in de levensperiode van hen tegen wie hij spreekt (in dit geval de discipelen, v.34). Ik neem de Komst waarover hier gesproken wordt niet als 'komst' op de aarde, maar als een 'komst' in de hemel om alle macht en heerlijkheid gegeven te worden. Dit gaat over een troonsbestijging. We moeten deze tekst niet anders benaderen dan dat wij bij 26:64 en 16:28 doen. Het zal dus duidelijk worden voor de mensen die Jezus hebben afgewezen dat Hij nu aan de rechterhand van God zit. Ik denk dat dit het meeste recht doet aan de tekst.

 

Mattheüs 24:30b en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid

Allereerst zouden wij ons af moeten vragen: Wie zijn de 'stammen van de aarde'? Het woord Ge, wat aarde betekent kan slaan op meerdere betekenissen, het kan gaan over de aarde, de wereld, een specifiek gebiek of een natie. Een voorbeeld hoe Mattheüs het woord Ge gebruikt: Mattheüs 2:20 en zegt: Sta op, neem het Kind en Zijn moeder met u mee, en ga naar het land (Ge) Israël, want zij die het Kind naar het leven stonden, zijn gestorven. Hier lijkt het te gaan over een specifieke natie, Israël. Ik denk dat gezien de gehele context laat zien dat dit gaat over Gods komende oordeel op Israël, het meest logische dat het hier dus gaat over de stammen van Israël.

 

Het Jubeljaar

Mattheüs 24:31. En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan.

Naar mijn inzicht gaat het bazuingeschal hier over de symbolische komst van het jubeljaar. In het Oude Testament was een sabbatsjaar een rust voor het land die plaatsvond in elke zevende jaar:

Leviticus 25:2,4 Spreek tot de Israëlieten, en zeg tegen hen: Wanneer u gekomen bent in het land dat Ik u geven zal, dan moet het land rust krijgen, een sabbat voor de HEERE. Maar in het zevende jaar moet het voor het land sabbat zijn, een periode van volledige rust, een sabbat voor de HEERE. Uw akker mag u niet bezaaien en uw wijngaard mag u niet snoeien.

Bovenop deze sabbatsjaren wat het ultieme sabbats jaar, die plaatsvond na zeven sabatsjaren of na 49 jaar. Onder deze wet was het vijftigste jaar jubeljaar:

Leviticus 25:9-14 Dan moet u in de zevende maand, op de tiende dag van de maand, bazuingeschal laten klinken. Op de Verzoendag moet u de bazuin in heel uw land laten klinken. U moet het vijftigste jaar heiligen en vrijlating in het land uitroepen voor alle bewoners ervan. Het is jubeljaar voor u: ieder zal terugkeren naar zijn eigen bezit en ieder zal terugkeren naar zijn familie. Elk vijftigste jaar moet jubeljaar voor u zijn. U mag dan niet zaaien, niet oogsten wat er na uw laatste oogst nog opkomt, en de druiven van uw ongesnoeide wijnstok mag u niet plukken, want het is jubeljaar. Het moet heilig voor u zijn. U mag van de akker eten wat hij uit zichzelf opbrengt. In dit jubeljaar mag u terugkeren, ieder naar zijn eigen bezit. Wanneer u dan aan uw naaste iets verkoopt wat verkocht kan worden, of iets uit het bezit van uw naaste koopt, mag u elkaar niet uitbuiten.

Jesaja alludeert hiernaar:

Jesaja 61:1-2 De Geest van de Heere HEERE is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft
om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen. Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van hart,
om voor de gevangenen vrijlating uit te roepen en voor wie gebonden zaten, opening van de gevangenis; om uit te roepen het jaar van het welbehagen van de HEERE en de dag van de wraak van onze God; om alle treurenden te troosten;

Jezus bevestigt dat dit over Hem gaat (Lukas 4:17). We vinden dus de uiteindelijke bevrijding in Jezus Christus. Dit is waarom Jezus de beeldspraak van luid bazuinsgeschal gebruikt, Leviticus: 25:9 Dan moet u in de zevende maand, op de tiende dag van de maand, bazuingeschal laten klinken. Op de Verzoendag moet u de bazuin in heel uw land laten klinken. Hij beschrijft dus dat wanneer de tempel gevallen is "engelen" zullen uitgaan over heel de aarde om Gods boodschap van vrijheid te verkondigen.

 

Het woord voor engel is hier aggelos in het grieks. Het wordt vaak vertaalt als "boodschappers," wat slaat op menselijke boodschappers (Matt 11:10; Mark. 1:2; Luk. 7:24,27; 9:52). Het lijkt hier in Mattheüs dus niet te refereren naar bovennatuurlijke wezens, maar simpelweg menselijke boodschappers. AL zouden we het interpreteren als engelen, dan zou het ook kunnen refereren naar de kracht die licht achter de prediking van het Evangelie, immers engelen zijn daar ook bij betrokken (Luk. 12:8-9; 15:10; Hand. 8:26; 10:3-6; 1 Petr. 1:12).

 

Ik ben benieuwd wat je ervan vond, laat het vooral weten!

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.