Ik zal nu ingaan op wat teksten uit het Oude Testament die de heerschappij van de Messias zullen weerspiegelen. Wanneer het Oude Testament spreekt over de Heerschappij van de Messias spreekt het vaak dat het gepaard gaat met een optimistische toekomst. Allereerst met Psalm
Waarom woeden de heidenvolken en bedenken de volken wat zonder inhoud is? De koningen van de aarde stellen zich op
en de vorsten spannen samen tegen de HEERE en tegen Zijn Gezalfde: Laten wij Hun banden verscheuren
en Hun touwen van ons werpen! (Psalm 2:1-3)
De psalm begint met een retorische vraag, dit laat de nutteloosheid zien dat mensen tegen God proberen samen te spannen. 'Zijn Gezalfde' gaat duidelijk over de Messias, dat Hij de gekozen en gezalfde van God is. Dit wordt ook in het Nieuwe Testament bevestigt (Hand. 4:25-26; 13:32-33; Hebr. 1:5). In Handelingen 4 wordt dit gebruikt om te laten zien dat de uiteindelijke vervulling zich vindt inHerodus, Pilatus, de Joden en de heiden die Jezus Christus verwierpen.
Die in de hemel woont, zal lachen, de Heere zal hen bespotten. Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn,
in Zijn brandende toorn hun schrik aanjagen. Ik heb Mijn Koning toch gezalfd
over Sion, Mijn heilige berg. (Psalm 2:4-6)
Gods antwoord in vers 4 laat zijn totale soevereiniteit zien (Ps. 37:13; 59:8; Spr. 1:26-27). Ook valt op te merken het contrast tussen Hij die in de hemel woont en zij die op de aarde wonen. Daarna slaat het om in oordeel. Hij zal hen niet alleen bespotten, maar ook rechtvaardig over hen oordelen. Vers 6 gaat over de autoriteit die aan de Messias wordt gegeven. Dus vanag hier zal het gaan over het gestichte rijk van de Messias.
Ik zal het besluit bekendmaken: De HEERE heeft tegen Mij gezegd: U bent Mijn Zoon,
Ík heb U heden verwekt. Eis van Mij en Ik zal U de heidenvolken als Uw eigendom geven,
de einden der aarde als Uw bezit. U zult hen verpletteren met een ijzeren scepter,
U zult hen in stukken slaan als aardewerk. (Psalm 2:7-9)
Het gezegde 'heden heb ik u verwerkt' gaat naar mijn idee over de bekroning van de Messias en Zijn opstijging tot de troon van heerlijkheid. Hebr. 5:5 citeert Psalm 2:7, hieruit valt af te leiden dat Jezus Zijn bekroning voort komt uit de erkenning dat Hij Gods Zoon is.. In vers 8 geeft God de Messias alle macht over alle heidenvolken. Ik denk dat dit gaat over de uitverkoren die over alle einden der aarde zich bevinden, het is Jezus Zijn kudde die Hem gegeven is door de Vader (joh. 6:37; 10:12). De regie van de Messias visualeert dus de gehele aarde. En vers 9 geeft weer dat Christus ook een einde zal maken en al Zijn vijanden zal verslaan.
Nu dan, koningen, handel verstandig. Laat u onderwijzen, rechters van de aarde. Dien de HEERE met vreze, verheug u met huiver. Kus de Zoon, opdat Hij niet toornig wordt en u onderweg omkomt, wanneer Zijn toorn slechts even ontbrandt. Welzalig allen die tot Hem de toevlucht nemen! (Psalm 2:10-12)
De psalmist spreekt nu de heersers van de aarde toe. Het laat Gods almacht zien, maar ook de zaligheid die wij mogen vinden in Christus.
We kunnen dus concluderen dat God absoluut soeverein en is en zal triomferen over Zijn vijanden (1-6). Het Koninkrijk van de Messias zal zich uitbreiden tot zowel Jood als heiden (7-8). Christus heeft alle heerschappij over de wereld (6). Het Koninkrijk van de Zoon zal alle machten en heersers van deze aarde tenietdoengaan, dit vervult Gods beloftes (9-12). Deze heerschappij gaat steeds verder totdat Christus al Zijn vijanden heeft verslagen (1 Kor. 15:24-28)
Reactie plaatsen
Reacties